Industriële bakkerijen en zuivelverwerkers zijn energie-intensieve bedrijven. Groene stroom van eigen zonnepanelen en uit windparken en andere energiebesparende maatregelen zijn daarom niet voldoende om de voedingssector klimaatneutraal te krijgen. Voedingsbedrijven staan dus voor de opgave fors te investeren in elektrificatie van hun productielijnen, of gebruik te gaan maken van andere energiebronnen.
Naast deze investeringskosten krijgen voedingsbedrijven ook met andere kostenstijgingen te maken. Dit leidt tot hogere prijzen voor de consument. De voedselprijsinflatie piekte in maart op 18,4 procent ten opzichte van een jaar eerder. Versterkt door de enorme krappe arbeidsmarkt en loonstijgingen, moeten consumenten rekening houden met blijvend hogere prijzen. Door slimmer te shoppen kan de consument kosten besparen.
Vanwege de klimaatdoelstellingen neemt de druk om milieuvriendelijker te produceren toe. Er is een groeiende vraag naar duurzame, biologische en lokale producten en supermarkten en restaurants bieden deze ook steeds meer aan. Dat gaat gepaard met hogere kosten voor productie en distributie.
De verwachting is dat er nog meer kostenverhogingen aankomen als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Denk hierbij aan regelgeving tegen verdere ontbossing, de verplichting om duurzaam en meetbaar te rapporteren in jaarverslagen en de toenemende verantwoordelijkheid voor bedrijven over de gang van zaken in toeleverketens.
Duurzamer en maatschappelijk verantwoord produceren levert minder producten op en dat leidt weer tot blijvend hogere prijzen voor de Nederlandse consument, die zal moeten wennen aan dit nieuwe evenwicht. Door prijzen te vergelijken, aanbiedingen te volgen, maaltijden te plannen en vooral niet te veel te kopen, kan de consument wel besparen op zijn uitgaven.
