Aanbieders van de testlocaties buiten de GGD nemen de kwaliteit en veiligheid van de zorg serieus, maar soms ontbreekt kennis, vooral over hygiëne. Dat leidt tot risico’s.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd constateert dat op basis van steekproefbezoeken en de antwoorden die ondervraagde aanbieders van niet-GGD teststraten hebben gegeven aan de inspectie. Het merendeel voldoet aan de uitgangspunten. De inspectie heeft op dit moment ongeveer 200 aanbieders in beeld, zij hebben allen een brief ontvangen waarin de inspectie een aantal vragen stelt. Ruim honderd hebben inmiddels antwoord gegeven. Dat aantal groeit nog steeds. Er zijn bovendien op dit moment 13 bezoeken afgelegd, er staan er nog 7 in de planning. Bij nagenoeg alle teststraten is een arts betrokken bij de zorgverlening. Er worden CE-gemarkeerde en gevalideerde testen gebruikt. Testlocaties geven uitslagen van positief geteste mensen door aan de GGD. De test wordt meestal uitgevoerd door een zorgprofessional die daarvoor speciaal geschoold is.
Uit de steekproefbezoeken blijkt dat de aanbieders voor een paar aspecten meer aandacht moeten hebben: hygiëne en goed gebruik van de testen. COVID-19 is een gevaarlijke en zeer besmettelijke ziekte. De benodigde hygiënemaatregelen zijn daarom fors. De inspectie zag op een aantal plekken dat onvoldoende aandacht was voor mogelijke kruisbesmetting. Om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen, moet hier meer aandacht voor zijn. Ook bij de betrokken artsen van de testlocaties. De RIVM-richtlijnen kunnen daarbij helpen.
Verder zagen de inspecteurs dat de antigeensneltesten vaak op buitenlocaties worden gebruikt. Voor een goede werking moeten de testen een bepaalde temperatuur hebben (bijvoorbeeld 15 graden) die in de buitenlucht niet altijd meer wordt gehaald nu het kouder wordt. De inspectie heeft de aanbieders hierover geïnformeerd. De gebruikstemperatuur is bij iedere test verschillend. Dit staat beschreven in de gebruiksaanwijzing.
Ten slotte vindt de inspectie dat klanten goed geïnformeerd moeten worden over het type test dat wordt aangeboden en waarvoor die test wel of niet geschikt is. Vooral omdat de klant vaak zelf mag kiezen voor een type test bij het maken van een afspraak via de website van de aanbieder. Hoofdinspecteur Korrie Louwes: “Het is goed nieuws dat het grootste deel van de aanbieders de kwaliteit en veiligheid serieus neemt. Maar de risico’s worden vaak onderschat. Alleen met verstand van zaken kun je een goede en veilige teststraat neerzetten.”
Het toezicht op niet-GGD teststraten gaat een nieuwe fase in. De steekproefbezoeken worden nu gerichter. De inspectie zal selecteren op basis van meldingen en ingeschatte risico’s op basis van de informatie die de inspectie nu heeft. Indien nodig zal de inspectie handhaven. Op deze pagina houdt de inspectie een actueel overzicht van bevindingen bij. Ook start de inspectie een (vervolg)onderzoek naar GGD’en en laboratoria.
