In Straatsburg heeft het Europees Parlement haar plannen voor meer solidariteit en sociale bescherming opnieuw bevestigd. Daarvoor is een ‘routekaart naar een sociaal Europa’ aangenomen, een stappenplan dat ertoe moet leiden dat EU-burgers meer sociale vangnetten krijgen. Dit moet mensen beschermen tegen armoede, onveiligheid en gezondheidsproblemen. De routekaart is een vervolg op de Sociale Top van Porto van mei 2021.
Voor 2030 moet er een eerlijk, sociaal en inclusieve EU zijn, vinden de Europarlementariërs. Om dat voor elkaar te krijgen namen ze de routekaart aan, die ervoor zorgt dat sociale rechten centraal komen te staan in het EU-beleid. Die moeten even belangrijk worden als economische en ecologische rechten, aldus het Parlement in de aangenomen resolutie. Nu is het tijd voor actie om tot een EU te komen waar solidariteit en inclusiviteit centraal staan.
Onder het Portugese voorzitterschap van de Europese Raad is in mei 2021 een Eurotop in Porto gehouden met sociale rechten als hoofdthema. Op de top beloofden de EU-wetgevers zich te houden aan doelen die moeten zorgen voor meer werk, betere opleidingen en minder armoede. Om deze doelen in 2030 te kunnen halen, hebben de Europarlementariërs nu de routekaart naar een sociaal Europa aangenomen. Die garandeert dat de EU investeringen moet doen in sociale dossiers, zoals werkgelegenheid en armoedebestrijding.
Aan de routekaart ligt het ‘actieplan van de Europese pijler van de sociale rechten’ ten grondslag, dat in Porto werd aangenomen. Hierin staat bijvoorbeeld dat in de toekomst minstens 78 procent van de mensen van twintig tot 64 jaar een baan moet hebben. Ook zou ieder jaar minimaal zestig procent van alle volwassenen in de EU een opleiding moeten volgen. En het aantal burgers dat met armoede of sociale uitsluiting wordt bedreigd, moet met ten minste vijftien miljoen worden verminderd, waaronder ten minste vijf miljoen kinderen.
Europarlementariër Agnes Jongerius (PvdA) is tevreden met de aangenomen routekaart. Zij benadrukte in het Parlement dat de EU niet alleen een economische unie moet zijn. Na de top van Porto werd het actieplan aangenomen, maar intussen zijn er een oorlog, energiecrisis en koopkrachtcrisis overheen gekomen. ‘Er is dus meer nodig,’ zei Jongerius, die een paar voorbeelden opsomde. ‘De schoonmaker, de verpleegkundige in de thuiszorg, de vuilnisophaler; kortom de mensen die betaald worden van publiek geld, moeten ook fatsoenlijk betaald worden. Publiek geld mag niet naar louche uitzendondernemers gaan of naar waardeloze en slecht betaalde banen.’
Elektriciteit en water moeten altijd voor iedereen betaalbaar zijn, en leveranciers mogen mensen nooit afsluiten, vindt de PvdA-Europarlementariër. ‘En elke Europese inwoner moet toegang hebben tot een fatsoenlijke sociale basis om op terug te kunnen vallen. Want we moeten eerlijk zijn, niet alle Europeanen profiteren van de economische samenwerking. Europa moet meer zijn dan markt en munt en dus is het hoog tijd om deze belofte voor mensen in te lossen in de praktijk.’