De gemeente Leudal gaat een samenwerkingsovereenkomst aan met burgerinitiatief Stichting Open Club ’t Maasveld. Doel is het Neerse sportpark te herontwikkelen. Qua omvang is de samenwerking tussen gemeente en dit burgerinitiatief uniek in Nederland. Er zijn enkele miljoenen euro’s mee gemoeid.
De samenwerkingsovereenkomst werd vandaag op het sportpark ondertekend door burgemeester Desirée Schmalschläger, verantwoordelijk wethouder Robert Martens en voorzitter John van Haeff van de stichting Open Club ’t Maasveld.
Martens: ,,Stichting ’t Maasveld zet vrijwilligers-deskundigen in voor de voorbereiding van de realisatie. Dat doen ze op een professionele manier, rekening houdend met de afspraken die in het verleden zijn gemaakt. Als wethouder vind ik het belangrijk dat we de gemaakte evenals toekomstige afspraken vastleggen in deze overeenkomst.”
Van Haeff is blij de gemeente aan haar zijde te hebben. ,,Wij en bijna 40 partners gaan het gemeentelijk sportpark toekomstbesteding, multifunctioneel en bovenlokaal maken voor alle inwoners van Leudal. Straks kunnen er 15 verschillende sporten worden beoefend.”
Behalve voor voetbal, tennis en zwemmen is er op het park straks ook plek voor allerlei fietssporten zoals wielrennen, mountainbiken en cyclocross. Daarna komt er voor ruiters een nieuwe plek voor dressuur- en springlessen. En in de reeds vernieuwde NOC/NSF-gecertificeerde sporthal is plek voor onder meer volleybal, zaalvoetbal, basketbal en badminton. Voorts is er straks nog maar één sportkantine in plaats van nu drie.
VNG: ’t Maasveld qua omvang uniek in Nederland
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in Den Haag vindt het Leudalse project een mooi initiatief. ,,Het heeft unieke elementen in zich, onder meer vanwege de omvang van het initiatief,” zegt VNG-woordvoerder Elize Lantink. ,,Doorgaans zijn burgerinitiatieven in de sport kleiner van schaal. Anderzijds vanwege de koppeling met recreatie en events. Ook de samenwerking met 40 verenigingen, die hier straks 15 sporten gaan beoefenen is bewonderenswaardig. Het is een interessant project en we zullen het zeker blijven volgen.”