Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) heeft maandag een werkbezoek gebracht aan Zuyderland Medisch Centrum Sittard-Geleen.
Tijdens het bezoek van twee uur maakte hij kennis met medewerkers, specialisten en huisartsen. Ook werd er uitgebreid gesproken over samenwerking binnen de zorg. “Ik ben onder de indruk van de regionale organisatie van zorg”, zei hij na afloop.
Tijdens de korte rondgang door het ziekenhuis werd de minister hartelijk verwelkomd in Borstcentrum Zuyd. Hier ging hij in gesprek met diverse medewerkers en liet hij zich uitgebreid informeren over het multidisciplinaire karakter van dit centrum.
Borstcentrum Zuyd is er voor iedere patiënt met een (verdenking op een) aandoening in de borst. Binnen dit centrum werken in borstkankerzorg gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen intensief samen. Zorg leveren in samenspraak met en naar behoefte van de patiënt staat hierbij centraal. Minister Bruins: “Een mooi voorbeeld van georganiseerde zorg rondom de patiënt. Dat spreekt me ontzettend aan.”
Vervolgens stond een speciale bijeenkomst met medewerkers van Zuyderland Thuiszorg, MeanderGroep en huisartsen gepland. Hier werd met name samen gesproken over de toekomststrategie van zorg in Zuid-Limburg en de gevolgen voor de patiënt.
David Jongen, voorzitter Raad van Bestuur, was opgetogen over het bezoek. “Het was voor ons een mooie kans om te laten zien waar we bij Zuyderland mee bezig zijn. We vonden het dan ook erg bijzonder om de minister te mogen ontvangen. Wat ons betreft een geslaagd bezoek.”
Ook de minister zelf vond het erg zinvol. “De regionale samenwerking tussen al die zorgpartners in Parkstad en Westelijke Mijnstreek is zeer bijzonder. Ik neem deze ervaringen zeker mee naar de Tweede Kamer.”
Op bezoek bij @Zuyderland ziekenhuis in Geleen. Specialisten en verpleegkundigen vertellen aan minister Bruno Bruins hoe ze samenwerken in ‘PlusPunten’. Daar worden patiënten snel geholpen en is een bezoek aan het ziekenhuis niet nodig. Zo houden ze #zorgkosten beter in de hand. pic.twitter.com/a5oZkApXx0
— MinVWS (@MinVWS) 28 augustus 2018
