Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) komen – vooral bij pluimveehouders – steeds vaker tegen dat voerbalen, waar het plastic nog (deels) omheen zit, worden aangeboden aan dieren. Dit is niet toegestaan.
De veehouder doet dit vaak om het voer zo langer schoon te houden. Misschien een begrijpelijke keuze, maar plastic is een schadelijk materiaal. Het aanbieden van diervoeder inclusief de plastic verpakking aan dieren is daarom niet toegestaan. Ook omdat het risico bestaat dat het materiaal of stoffen daaruit na opname door het dier terecht komt in de voedselketen.
Pluimvee pikt aan het plastic rond voerbalen en krijgt dan in meer of mindere mate ongewenste materialen binnen. Ook bij het verstrekken van voerbalen met plastic aan andere diersoorten kan plastic worden opgegeten. De dieren kunnen hier negatieve gevolgen van ondervinden.
Afhankelijk van de stoffen in het plastic kan dit ook risico’s voor mensen met zich meebrengen. Producten van dieren komen immers terecht in de menselijke voedselketen. Plastic kan bijvoorbeeld dioxines, PCB’s (polychloorbifenyl) en PAKs (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) bevatten; dat hoopt zich na opname in het vet van een dier op. Zo kan dit tot een onveilige situatie voor mensen leiden.
Wanneer een NVWA-inspecteur plastic om voerbalen die toegankelijk zijn voor dieren aantreft, treedt hij handhavend op en wijst de veehouder op de gevaren voor mens en dier. Later volgt een hercontrole om vast te stellen dat het plastic uit de stal is gehaald.