Met ingang van 1 januari 2019 verhoogt de NS de prijzen van kaartjes en abonnementen.
De prijsstijging heeft voornamelijk te maken met de verhoging van de btw van 6 procent naar 9 procent. Deze btw-verhoging heeft gevolgen voor de prijs van veel dagelijkse boodschappen zoals groenten en fruit, voor diensten zoals de kapper en de fietsenmaker, maar ook voor de prijs van het treinkaartje. NS vindt de btw-verhoging een slechte zaak; het openbaar vervoer wordt duurder ten opzichte van de auto. Hierdoor zullen minder mensen kiezen voor het duurzame OV.
Tweedeklas reizen wordt, in lijn met de inflatie, gemiddeld 1,8 procent duurder. Daar komt de btw-verhoging bovenop. De NS heeft net als afgelopen jaar besloten geen inflatiecorrectie toe te passen op eersteklas reizen. Hierdoor wordt het prijsverschil tussen tweede- en eersteklas reizen iets kleiner.