De aanhoudende droogte en de extreme hitte bezorgt ook ProRail kopzorgen.
Bij temperaturen van boven de 25 graden kan een spoorstaaf wel 70 graden worden. En dan zet staal uit. Hierdoor kunnen er kronkels in het spoor ontstaan, ook wel spoorspattingen genoemd. Treinen kunnen dan niet meer over het spoor rijden. Om dat tijdig te signaleren controleren inspecteurs van ProRail voortdurend de ligging van het spoor. Ook bruggen worden extra gecontroleerd. Bij uitzetting kan de brug niet meer goed openen of sluiten.
Ook elektronica kan ontregeld raken, met sein- en wisselstoringen tot gevolg. Voordat de zomer begint, plaatst ProRail daarom koelapparatuur in de technische ruimtes. Op dit moment worden de technische ruimtes extra gekoeld en worden er extra airco’s bijgeplaatst.
Mocht zich een storing voordoen dan heeeft ProRail extra storingsploegen klaarstaan op storingen zo snel mogelijk te verhelpen zodat het treinverkeer door kan gaan. Bij warm weer kan een vonk in een droge berm een bermbrandje veroorzaken, zoals in juli bij Nieuwstadt. Bijvoorbeeld als de trein moet remmen. ProRail maait daarom tijdig de bermen en bij werkzaamheden, zoals het slijpen van het spoor, wordt een brandwacht ingezet.
Mocht een trein kapot gaan door hitte, dan staan er op diverse locaties wegsleeplocomotieven klaar. De trein kan dan worden weggesleept om het overige treinverkeer zo snel mogelijk vrij baan te geven.