Tijdens de recente hittegolven in 2018 overleden gemiddeld 2.714 personen per week. Dit zijn ongeveer 100 personen meer dan in een gemiddelde week in de zomerperiode.
Hoewel er meer mensen zijn overleden, is de extra sterfte beperkt. In 2006, toen er ook een lange hittegolf was, was de sterfte bijna 400 per week hoger dan in een gemiddelde zomerweek. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.
Uit eerder onderzoek van het CBS en het NIDI blijkt dat hoge temperaturen samenhangen met een verhoogde sterfte. Tijdens de hittegolven in juli 2006 overleden naar schatting duizend meer mensen dan in een gemiddelde julimaand. Deze zomer was de sterfte dus niet heel veel hoger dan normaal. Er is volgens het CBS meer bewustwording van wat te doen bij een hittegolf. Daarnaast was er dit voorjaar een lange koude periode met griep waarin veel personen voortijdig zijn overleden.
Onder de oudsten eist de warmte haar hoogste tol. De extra sterfte betrof voornamelijk personen van 80 jaar en ouder. Tijdens de hittegolven van 2018 overleden per week gemiddeld 1.500 personen van 80 jaar en ouder, bijna net zo veel als gedurende de hittegolf van 2006 (1.536). Het aantal 80-plussers is echter toegenomen van 590.000 op 1 januari 2006, naar 780.000 op 1 januari 2018.
Relatief gezien ligt de sterfte bij ouderen tijdens de hittegolf in 2018 dus veel lager dan in 2006, maar hoger dan in een normale zomerweek. In de leeftijdsgroepen 65 tot 80 jaar en 0 tot 65 jaar lag het relatieve aantal overledenen tijdens de hittegolf juist lager vergeleken met dezelfde periode in eerdere jaren en vergeleken met de hittegolf in 2006.