De kans dat je je wasmachine ‘s middags laat draaien op groene stroom is in Noord-Limburg aanzienlijk groter dan in het zuiden van de provincie. Zo staan de gemeenten Venlo, Venray, Horst aan de Maas en Peel en Maas samen garant voor bijna 34 procent van het totale ‘zonvermogen’. Grote gemeenten als Maastricht, Sittard-Geleen en Heerlen leveren samen slechts 15 procent. Dat blijkt uit onderzoek van energiebedrijf Zonneplan op basis van de meest recente CBS-cijfers.
Logischerwijs zorgen de gemeenten met veel inwoners voor de grootste bijdrage, dankzij zonnepanelen op daken. In dat opzicht is het opmerkelijk dat Maastricht vrijwel een gelijke hoeveelheid zonne-energie kan leveren als de gemeente Leudal, met drieënhalf keer minder inwoners. Dat kan er volgens Zonneplan mee te maken hebben dat er in grote steden vaak relatief gezien minder woningen zijn met een geschikt dak voor zonnepanelen (bijvoorbeeld appartementen). Daarnaast kennen Noord- en Midden-Limburg meer zonneparken dan het zuiden.
1,1 kW per inwoner
De provincie Limburg leunt hoofdzakelijk op zonnepanelen voor de productie van groene stroom. Van het totale opgestelde vermogen aan hernieuwbare bronnen, betreft 94 procent namelijk zonnepanelen, tegen slechts 6 procent windmolens. Alleen in Utrecht staat voor nog minder vermogen aan windmolens. Daarentegen komt Limburg op het gebied van zonnepanelen staat Limburg op plek zes.
Al met al is er per Limburg 1,11 kilowatt (kW) vermogen van zonnepanelen en windmolens beschikbaar. Dat is vrijwel gelijk aan het landelijk gemiddelde. Het getal wil zeggen dat er tijdens ultiem zonnige én winderige uren 1,11 kilowattuur (kWh) duurzame stroom per inwoner kan worden opgewekt. Uitgaande van 2,2 personen per gezin gaat het dus om 2,4 kWh per huishouden. Dat kan tijdens die uren voldoende zijn om huizen volledig op groene stroom te laten draaien, want een gemiddeld gezin gebruikt gemiddeld zo’n 7,5 kWh per dag. Op andere momenten, wanneer de zon niet schijnt en de wind minder waait, komt stroom hoofdzakelijk uit gas- en kolencentrales.
Verbruiken in de regio
Om bovengenoemde reden adviseert Zonneplan dan ook om vooral stroom te gebruiken op momenten waarop de zon en wind voor een groot deel van de stroomtoevoer zorgen. Het komt namelijk al regelmatig voor dat het net overbelast raakt tijdens zulke uren, omdat er niet voldoende stroom afgenomen wordt. Vooral wijken met veel zonnepanelen of gelegen in de nabijheid van een wind- of zonnepark kunnen hieraan bijdragen. Door stroom direct van zo’n hernieuwbare energiebron af te nemen, hoeft de stroom niet verder het elektriciteitsnet op, waarmee mogelijke overbelasting voorkomen wordt.